Schoen­ad­vies

Koop­ad­vie­zen voor schoenen

Koop schoe­nen altijd in de namiddag

Uw voe­ten kun­nen in de loop van de dag dik­ker kun­nen wor­den. Pas altijd bei­de schoe­nen in de win­kel. Het is nor­maal dat de éne voet lan­ger kan zijn dan de ande­re. Koop schoe­nen altijd op de lang­ste voet.

Loop een tijd­je op de schoe­nen in de win­kel rond. Neem de tijd voor het kopen van uw schoe­nen. Bij twij­fel niet kopen! Bij lopen wordt de voet zelfs weer iets lan­ger dan bij staan. De schoen loopt niet uit. Met ande­re woor­den een schoen wordt niet gro­ter. Wel wordt het boven­leer tij­dens het gebruik soe­pe­ler, waar­door het zich aan­past aan het model van uw voeten.

 

Zorg voor een juis­te leng­te- en breedte-maat.

Maat 40 van het éne merk is beslist geen maat 40 van een ander merk. Dus, let niet alleen op de schoen­maat maar voor­al op de pas­vorm. Zorg voor een ste­vig con­tre­fort, dat wil zeg­gen een goe­de ste­vi­ge hie­l­om­slui­ting. Het con­tre­fort moet niet met de duim in te duwen zijn.

 

De tenen moe­ten in een schoen vrij kun­nen bewegen.

Let op vol­doen­de ruim­te bij de tenen in de breed­te maar ook in de hoog­te. Tenen en nagels komen snel in de knel, waar­door er klach­ten kun­nen ont­staan. De hak­hoog­te moet mag maxi­maal 3 cm hoog zijn. Hoe bre­der de hak van de schoen, hoe sta­bie­ler u op de schoen staat. De zool van een schoen moet zo soe­pel zijn zodat een goe­de afwik­ke­ling moge­lijk is. De zool moet kun­nen bui­gen bij de voorvoet.

Zorg voor een goe­de slui­ting op de wreef die niet knelt of irri­teert, liefst een veter­slui­ting. Let op dat er geen stik­sels of naden en ver­sie­rin­gen, óp en ín de schoen, lopen over pijn­lij­ke plek­ken op uw voet. (Stik­sels, naden en ver­sie­rin­gen geven niet mee en wor­den dus ook niet soe­pe­ler. Voel ook altijd met de hand ín de schoen, om te voe­len of de schoe­nen daar vol­doen­de glad zijn afge­werkt, en geen stik­sels op even­tu­e­le druk­plek­ken heb­ben). Koop bij voor­keur een lede­ren schoen. Leer zorgt voor een goe­de ventilatie.

Wan­neer u moei­lijk bij de schoe­nen kunt, of een ver­stoor­de hand­func­tie heeft (bij­voor­beeld bij reu­ma) zijn er elas­ti­sche veters wel­ke u op de juis­te leng­te en span­ning kunt afstel­len zodat u daar­na een soort instap­schoen heeft.

Let op of u bij het gebruik van podo­the­ra­peu­ti­sche zolen, ver­dik­kin­gen of inlays uit uw schoe­nen kunt halen, zodat de zolen vlak in uw schoe­nen lig­gen. Ook scheelt dit aan ruim­te wan­neer u er de podo­the­ra­peu­ti­sche zool inlegt. Er zijn ook san­da­len die geschikt zijn voor het dra­gen van podo­the­ra­peu­ti­sche zolen. De bestaan­de inlay kan eruit.

schoenadvies